Blinkend witte popparel

Deze recensie verscheen op 2 mei 2016 in De Standaard.

Waarom hun set zo kort was, vroegen we na het concert aan Laurens Mariën, die de synths bedient bij Soldier’s Heart. Bleek dat ze zelf ook geschrokken waren van die vijftig minuten. Kwam het door de zenuwen dat ze hun songs er ietwat overhaast doorjoegen? Daar was dan weinig van te merken. Want als er iets deze jonge band kenmerkt, dan zelfverzekerdheid en overgave. Drie jaar geleden waren ze nog laureaat in De Nieuwe Lichting, de talentenjacht van Studio Brussel. Nu ligt hun eerste album in de rekken. Night by night zweeft tussen pop en indie-elektronica.

Soldier's Heart

Opener ‘Spasm’ viel, met zijn experimentele klankjes en trage ritme, in die laatste categorie – meer FKA Twigs dan Moloko. En we refereren niet zomaar aan Moloko. Frontvrouw Sylvie Kreusch joeg in de AB Club meer dan eens een zweem Róisín Murphy de zaal in. In haar witte gewaad met oversized mouwen kronkelde Kreusch doorheen ‘New housie’, destijds de opvolger van de successingle ‘African fire’. En wat blijft die eerste hit een pareltje van een popsong. Soldier’s Heart zette hem subtiel en uitgekleed in, om daarna crescendo te gaan. We misten eenzelfde durf in de andere nummers. Live zoekt de groep het experiment (nog) niet op dat ze op de plaat wél bewust in de verf zet.

Het met diepe hiphopbassen flirtende ‘Beat I do’ had weinig om het lijf, maar werd gevolgd door een ijzersterk ‘Randy’: catchy popbeats onder een limoenfris melodietje. Ook de terugkerende baseline in ‘Savage’ – ‘don’t fuck it up’ – bleef hangen. Die gaan we nog ooit even hard meezingen als dat ‘He goes all the way’ in ‘African fire’.
Drie jaar geleden zagen we een jong en onzeker bandje bezig op het kleine podium van Sint-Jacobs op de Gentse Feesten. Nu zagen we een overtuigende band met een charismatische fronvrouw aan het werk. Alleen jammer van die korte set.

Gezien op vrijdag 29 april in AB Club, Brussel

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like