single-image

Nogal veel karikaturen in dat huis van Gucci, als u het mij vraagt.

Hoe Adam Driver de hele film lang zijn kin naar achteren drukt, waardoor zijn gezicht een bevreemdende mengeling van bezorgdheid, sociaal onvermogen en arrogantie uitstraalt: het is lang niet de enige gimmick die House of Gucci overeind houdt. Naast Driver geeft Lady Gaga haar hoofdrol in deze film de glans die past bij de Gucci-glamour middels ogen die vuur schieten, een overdosis mascara en strak gesneden mantelpakjes. Vooral hun acteerprestaties maakten dat ik House of Gucci heb uitgekeken, want voor Al Pacino moest je niet per se blijven kijken. En voor Jared Leto al helemaal niet.

Maurizio Gucci is in Adam Drivers interpretatie een mysterieuze zakenman die zelden zijn ware gelaat laat zien. Achter zijn grijns, met die immer dubbelgeplooide kin, lijkt hij te willen verbergen hoe onbekwaam hij is – onbekwaam om het familie-imperium te leiden. Dat imperium werd hem opgedrongen door zijn drammerige echtgenote Patrizia Reggiani (Lady Gaga). Reggiani is een echte golddigger: vanaf haar eerste ontmoeting met Maurizio ruikt ze geld. De dollartekens lichten nog net niet op in haar ogen wanneer Maurizio zichzelf aan haar voorstelt als een Gucci – ja, van díé Gucci’s. 

Huichelarij

Lady Gaga overtuigt als de temperamentvolle, niet bijster verfijnd opgevoede Reggiani. Die neemt graag het heft in eigen handen: eerst strikt ze Maurizio na enig aandringen voor een date, vervolgens maakt ze hem snel tot haar echtgenoot, zodat ze mee kan profiteren van zijn klinkende achternaam en het bijhorende rijkeluisleven. Klein obstakel: oom Aldo (Al Pacino) dient als CEO van het beroemde familiebedrijf opzij geschoven te worden, alvorens Maurizio zijn plaats kan innemen. Er komen flink wat intriges aan deze generatiewissel te pas, en nog meer huichelarij. Patrizia ontpopt zich tot een eersteklas manipulatrice en werkt zich, samen met haar Maurizio, naar de top van het familiebedrijf.

Dat moest een keertje mislopen, natuurlijk. Maar waar de rise to the top van Maurizio en Patrizia fijnzinnig geschetst wordt – met heerlijk gestileerde scènes, zoals die waarin Maurizio zorgvuldig broekklemmen omdoet om zijn kostuumbroek te beschermen voor hij op zijn fiets kruipt, begint de toon van de film te zwalpen tussen tragiek en slapstick van zodra de downfall van het powerkoppel wordt ingezet. 

Reggiani wordt almaar hysterischer na haar scheiding van Maurizio. Haar wrok wordt zelfs zo extreem dat ze een huurmoordenaar inschakelt om haar ex-man om te leggen. Maar Gaga’s temperamentvolle vertolking is niets tegen de kampioen van de hysterie in het huis van Gucci: (een welhaast onherkenbare) Jared Leto. Hij speelt de ten onrechte van zijn eigen talent overtuigde neef van Maurizio, Paolo Gucci, maar doet dat zo gemaniëreerd dat hij er een karikatuur van maakt die weggelopen lijkt uit een slecht amateurtoneelstuk. Het hoge stemmetje, de langgerekte klinkers, het overdreven Engels-met-een-Italiaans-accent: in Leto’s vertolking van Paolo Gucci is alle nuance zoek. 

(Overigens spreken álle acteurs dat rare anglo-Italiaanse taaltje. Onvermijdelijk, ik weet het, maar het is toch elke keer weer even wennen wanneer een Amerikaanse film zich afspeelt in een land waar ze geen Engels spreken en de acteurs dan maar Engels met een bizar accent spreken.)

Geschmier

Gelukkig is er Al Pacino nog, zou je denken, maar die werd schijnbaar vooral aan boord gehaald om te wat hij goed kan: af en toe zijn stem verheffen op typisch Pacinoëske wijze. Zoals die keer in Heat. Of in Scarface. Of in Scent of a woman. Dat werkt, uiteraard, want Al Pacino kan roepen, tieren en schmieren en daarmee wegkomen. Maar voorts is het zoeken naar enige diepgang in zijn personage. Idem dito voor Jeremy Irons als Rodolfo Gucci: die mag een bittere oude man spelen zoals alleen Jeremy Irons een bittere oude man kan spelen. 

Ondanks de aanwezigheid van die verdienstelijke éminences grises bleef House of Gucci voor mij steken in karikaturale personages en een zoekende toon. Keek ik nu naar een tragedie (Sophokles is er niks tegen), een komedie of een tragikomedie? Nog een geluk dat er overduidelijk chemie was tussen Adam Driver en Lady Gaga. Zij redden de film. Zij, én de kostuums en de gigantische brilmonturen, én de heerlijke soundtrack vol ninetiesklassiekers (Faith van George Michael is natuurlijk het catwalklied bij uitstek) en Italiaanse eighties-discokitch. 

Una notte speciale van discodiva Alice staat hier al dagenlang op repeat.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like