“Acht uur is niks, hè. Dat is zo om.”

De IT-collega stond vanalles te verkondigen aan ons eiland. Toen ik terugkwam van de koffieautomaat en weer aan mijn bureau ging zitten, ving ik een flard op uit zijn betoog. Mijn eilandcollega deed intussen alsof dat betoog hem interesseerde. Moeilijk is dat niet: je knikt af en toe wat, en zo om de vijf zinnen brom je iets instemmends.

“Als je er logisch over nadenkt, heb je na die acht uren hier op kantoor elke dag nog zo’n uur of zes over om thuis voor jezelf aan iets anders te werken, toch?”

Hé, het betoog ging deze keer niet over html-code of besturingssystemen. Ik spitste mijn oren. Mijn eilandcollega deed van “Hmja, klopt eigenlijk wel.”

“Acht uur is niks, hè. Dat is zo om. En daarna heb je nog een zee van tijd over om je eigen ding te doen.”

Hier sprak een wijs man, wist ik. Wat zeur ik toch over tijdsgebrek? Zés uur per dag heb je over, naast je job. Om je eigen ding te doen. Gesteld dat je geen lastige woon-werkverbinding hebt (check). Geen kinderen (check). Geen hobby’s (check – mijn werk is mijn hobby).

Maar wat dan met de was en de plas? Het Lief dat ook graag een beetje aandacht krijgt? De nieuwe afleveringen van Downton Abbey? Die dvd-box van House of Cards? Al die boeken die nog gelezen moeten worden? Concerten? Films?

Mijn eigen ding doen: ik krijg dat allemaal niet in die zes uur per dag gepropt.

Volgende keer toch maar eens vragen aan de IT-man, hoe hij dat klaarspeelt. En vervolgens knikken, en af en toe iets instemmends brommen.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like