Sterrenman

8:30. De wekker is een kwartiertje geleden al afgegaan, maar ik ben van plan om nog wat te soezen. Ik hoef niet vroeg op vandaag. Er staat weinig anders op mijn programma dan een stukje schrijven over deze Franse superster (oké, toch  een heel klein beetje werken dan) en vervolgens verder lezen in deze bestseller (ik ben er nu pas klaar voor, voor zo’n dikke turf uitpuilend van de eruditie) tussen de hipsters.

Het Lief heeft zich net gedoucht en komt de slaapkamer binnen. Bijna terloops zegt hij: “David Bowie is dood.”

Ik veer recht. Neen! Echt?

“Ja. Hij had kanker.”

Maar. Die nieuwe plaat. Nog maar pas uit. En die musical. Met Ivo Van Hove. Allee nu. Dat kan toch niet.

Twee bliepjes. Twee berichten. De Mama en De Zus. Allebei om te melden dat Bowie dood is. En dat ze niet wisten dat hij ziek was.

Fok kanker.

Ik sms: “Het Lief komt het me net melden, Zus. Ben wel helemaal wakker nu.”

De Zus sms’t: “En dat op uwe verlofdag. Daar had’m nu toch nog een uur mee kunnen wachten.”

Haha, Zus. Ik denk dat ik maar eens naar beneden ga. Hier, hoort: Serge Simonart wordt al gebeld door Radio 1. Hij is nog maar een kwartier wakker, zegt hij, maar hij wil dit wel al dit benadrukken: dat Bowie een schone mens was.

Het Lief zit aan de keukentafel een boterham met speculoospasta te smeren.

“Zeg Lief, wat is uw favoriete Bowie-nummer eigenlijk?”

– “Pff, zou ik niet weten. Er zijn er zoveel.”

“Het mijne is ‘Fashion’. Of neen, ‘Young Americans’. Maar ‘Starman’ is natuurlijk ook mooi. En ‘Where are you now’, dat trof me midscheeps toen ik het voor het eerst hoorde. Mja. Moeilijk.”

Op de radio draaien ze intussen ‘Rock’n roll suicide’. Kijk, die waren we dus al vergeten.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like