De politieke vrienden van meneer Abbeel

Maar meneer Abbeel, dacht ik nog, zoudt ge dat nu wel allemaal zeggen, zo op de nationale televisie?

Toen was het kwaad al geschied.

“Ik ben zevenenzestig en waarschijnlijk de oudste leraar van België”, meldde hij trots aan Radio Gaga.

Hij zag er nog kwiek uit, die meneer Abbeel. Zijn leerlingen – derdejaars, gokken we, want ze wisten nog niet wat morituri te salutant betekent – keken hem aan met een merkwaardige mengeling van afgrijzen, geamuseerdheid en bewondering. Zoals alleen pubers dat kunnen.

De enthousiaste leraar Latijn en geschiedenis ging onverstoorbaar verder. “Officieel moeten leraren op pensioen gaan vanaf hun vijfenzestigste, dus overtreed ik eigenlijk de wet.”

Hoe dat zo kwam, vroegen de radiomakers nog.

“Ah, ik heb vrienden in de politiek. Die hebben ervoor gezorgd dat ik mocht blijven lesgeven.”

Alsof die mededeling nog niet openhartig genoeg was, noemde hij zijn politieke vrienden ook nog eens bij naam en toenaam. Servais Verherstraeten, Jan Jambon (of was het Peumans? In ieder geval een Jan van de N-VA), Alexander De Croo, Pieter De Crem. Die hadden allemaal een mail gestuurd naar Pascal Smet, de toenmalige onderwijsminister.

Zo kwam dat dus, dat meneer Abbeel op zijn zevenenzestigste nog altijd lesgaf. (Intussen niet meer, overigens.)

Fijn voor meneer Abbeel, echt waar. Enthousiaste leraren verdienen het om voor de klas te mogen blijven staan.

Helaas iets minder fijn voor al die jonge, enthousiaste leraren, die staan te trappelen om aan hun onderwijscarrière te beginnen, vervolgens in een log en achterhaald systeem van benoemingsprocedures terechtkomen, en er dan maar de brui aan geven wegens weinig toekomstperspectief.

Wanneer gaan jullie daarover eens een mail sturen naar de onderwijsminister, politieke vrienden van meneer Abbeel?

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like