Zeikerd in de zaal

Het was studiedag voor de klassieken aan de VU in Amsterdam, en ik was blij daar dit keer aan te mogen deelnemen als alumna. Het behalen van mijn lesbevoegdheid aan datzelfde instituut heeft me het afgelopen schooljaar namelijk een potje bloed, zweet en tranen gekost dat zelfs bijna is overgelopen, zó vol zat het. Mijn dertig jaar oudere maar immer enthousiaste collega was ook van de partij en we zouden er samen een gezellige dag van maken. Voor minder doen ze het niet, die Hollanders.

Een gepassioneerde docente Latijn en Griekse gaf de workshop “teksten lezen en bespreken met Power Point”. Sluik zwart haar, stijlvol en toch hip gekleed, ongeveer achteraan in de dertig. Leuke dame die bovendien nog wat interessants te vertellen had ook. Zo heb ik ze graag, de classici.

Toch zat er ook weer eentje tussen die het clichébeeld bevestigde en daar ook alle moeite voor deed. Grijsharige man, achterovergeleund in zijn stoel, ostentatief sceptische blik in de ogen. De docente was nog geen kwartier bezig met haar exposé over de voordelen van Power Point in de klas, of hij zat al met het vingertje omhoog. “Mevrouw”, sprak hij met dat bekakte Hollandse accent dat wijlen Jos Brink ook handhaafde, “ik vraag me toch af in hoeverre deze onderwijsvorm geschikt is om onze leerlingen voor te bereiden op het hoger wetenschappelijk onderwijs, waar zij geconfronteerd zullen worden met hoorcolleges en dictaten.” Aan zijn triomfantelijke blik te zien dacht hij wellicht een discussiepunt opgeworpen te hebben waarmee menig collega het wel eens zou zijn. Viel dat even tegen.

Terwijl de rest van de cursisten duchtig met de ogen zat te rollen en klaar zat om haar te hulp te schieten, bewees de docente snel dat ze haar mannetje wel kon staan door terecht op te merken dat het hoger onderwijs niet is blijven stilstaan in de tijd en dat ook daar hoorcolleges allang ondersteund worden met visuele hulpmiddelen zoals Power Point, en soms zelfs volledig online aangeboden worden. Die zat, en het mannetje bond in. Later greep hij nog wel een paar keer de minste gelegenheid aan om zijn eigen zegje te doen over een onderwerp dat in se niets te maken had met wat er in de workshop verteld werd (één of andere obscure tekst van Menander en zijn persoonlijke visie daarop, bijvoorbeeld), maar toen werd er allang niet meer naar hem geluisterd.

Mijn collega wist al wat voor vlees we in de kuip hadden toen het mannetje voor de tweede keer het woord nam, want op dat moment had ze mij al op haar geheel eigen gevatte wijze toegefluisterd: “Yep, we hebben een zeikerd in de zaal.”

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like