Het nieuwe e-mailen: een (hoogoplopende) discussie

“Wát zegt ge? Uw Outlook staat niet heel de dag open? Méént gij dat nu?”

Mijn dierbare collega M. verbaast zich over de e-mailstrategie van een pas aangeworven jonge collega. De jonge collega ziet geen graten in zijn strategie:

– “Natuurlijk meen ik dat. Ik bekijk mijn mails vier keer per dag. Outlook open, mailtjes beantwoorden, Outlook toe, en voortwerken.”

Collega M. richt zich daarop tot enkele van zijn eilandgenoten:

“Staat uw Outlook open?”

– “Ja.”

“Ah, dacht ik het niet. En de uwe?”

– “Die van mij ook.”

(richt zich tot jonge collega) “Ziet ge wel. Alleman heeft zijn mails hier constant openstaan.”

Hoewel de discussie zich afspeelt aan een ander eiland dan het mijne, voel ik me toch geroepen om te interveniëren. Ik sta op en begeef me richting jonge collega. Zes paar ogen voel ik in mijn rug prikken. Ik leg mijn hand op zijn schouder en zeg: “Ik steun u, collega. Ik snap dat, dat ge uw mails maar een paar keer per dag bekijkt. Meer nog: ik vind dat een bijzonder wijze strategie.” (Voor uw leeftijd, dacht ik er nog bij. Maar ik zei het niet hardop.)

Zes paar ongelovige ogen staarden me nu aan. “Allee Floor, meent gij dat nu?”

– “Jazeker. Er zijn bedrijven waar ze géén e-mail gebruiken. We zijn met zijn allen veel te bereikbaar. Ooit gaan we daar nog helemaal van terugkomen, zeg ik u.”

“Jamaar Floor, en de klanten dan?”

– “Die kunnen toch bellen?”

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like