Apologie

“Ha, gij hebt dus Latijn en Grieks gestudeerd aan de unief? Awel, dan moet ge mij eens uitleggen wat ge daar eigenlijk mee kunt doen. Ik ben maar een simpele jongen, niet lang naar school geweest, dus ik kan me daar niks bij voorstellen.”

Het sierde de man aan de cafétoog, dat hij dat überhaupt wilde weten. Aan de manier waarop hij de vraag stelde, meende ik zelfs te kunnen afleiden dat hij er ook oprecht in geïnteresseerd was. Meestal krijg ik de vraag namelijk op een heel ander toontje voorgeschoteld. Eentje dat impliceert dat een mens wel gek moet zijn om dode talen te gaan studeren. Het was dus lang geleden dat ik mijn standaardantwoord “Tja, niks hè” nog had uitgebreid met een pleidooi voor de klassieken. Maar hier gingen we dan toch maar.

– “Wel, de meeste mensen zien over het hoofd dat de klassieke talen dan wel dood zijn, maar dat ze nog steeds verder leven in moderne talen. Het duidelijkst in de Romaanse talen zoals Italiaans of Frans. Maar ook in het Nederlands zie je nog veel invloeden van het Latijn en het Grieks terugkomen.”

“Is dat zo? Goh, dat wist ik niet, dat van die moderne talen. Blij dat ge me dat vertelt, zie.”

Ik had nog kunnen doorgaan met mijn tweede punt, namelijk dat de klassieke cultuur de basis is geweest voor onze Westerse cultuur, bij uitstek op vlak van literatuur en filosofie. Maar voor je het weet ben je de lof aan het zingen van Plato en Sophokles en Cicero, en dat komt dan weer beter tot zijn recht in een leslokaal dan aan de cafétoog. Ik was allang blij dat ik mijn liefde voor de letteren eens niet op verdedigende toon moest uitdragen.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like