Muziekhokje

Muziekkwissen zijn een übermannelijke aangelegenheid. Vrouwen komen doorgaans alleen maar mee om de hoop te vergroten en drank te halen.

Zo niet wij. De Zus en ik, wij kicken op dat heerlijke spel van herkenning: intro’s, platenhoezen, foto’s, songteksten… Van de zestiger jaren tot nu, jawel. Wat die zestiger jaren betreft laten we natuurlijk al vaker een steekje vallen – we zijn kinderen van de jaren tachtig, niemand is perfect – maar dat wordt gecompenseerd in de “goed fout”-rondes. Daar zijn we écht goed in. Al houden we dat liever stil. Voor je het weet steken de mensen je in een hokje waar je liever niet in wil zitten.

Mannelijke muziekkwissers  kun je doorgaans in twee categorieën onderbrengen. Het best vertegenwoordigd zijn de macho’s. Hippe haarsnit inclusief baard (in überhippe gevallen is zelfs de Bent Van Looy-snor aanwezig), festivalshirt met blazer en jeans (in überhippe gevallen is die jeans voorzien van omgeslagen rockabilly-pijpen), en Ray Ban-montuurtje op de neus (dat was ooit überhip, tot Freya Vandenbossche er één begon te dragen). Kortom: het muzikantentype. Dat stralen ze ook uit: “Kijk mij eens veel van muziek af weten, mensen!”

Daarnaast heb je de nerds. Die hebben lang, vettig haar, dragen het foute festivalshirt (“Jazz Bilzen ’82”), en nemen nog steeds genoegen met dat oude, ronde brilmontuurtje (“John Lennon was toch hip, of niet soms?”).

De macho’s, die veren op bij de metaalronde. Megadeth, Black Sabbath, Iron Maiden: hoe meer old skool, hoe cooler. De nerds, aangezien ze dagelijks studeren en dus zo goed als alles weten, veren pas op wanneer het zó old skool wordt dat ze mekaar kunnen imponeren met hun kennis van de muziek uit pakweg de oorlogsjaren.

En de zusjes Deckx, die vullen in dat geval overal Glenn Miller of de Andrew Sisters in, en wachten geduldig op de ronde “eurodance uit de jaren negentig”. Want ach, laat ze ons dan maar in dat hokje stoppen. Wij zijn daar gewoon écht goed in.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like