Blonde profeet op blote voeten

Deze recensie verscheen op donderdag 21 april in De Standaard.

De prijs voor het meest ergerlijke publiek in tijden gaat naar Xavier Rudds bewonderaars, die zich in de AB van hun beste, maar ook van hun slechtste kant lieten zien. De Australiër, die in zijn eentje tegelijkertijd onder meer de gitaar en de didgeridoo bespeelt, verlaat op zijn recente plaat Nanna het solopad en kiest, omringd door negen muzikanten met roots in de wereldmuziek, resoluut voor een reggaesound. Een goeie keuze, die ook live uitstekend werkt. Al was het jammer dat Rudd maar twee van de negen muzikanten had meegebracht; vooral de vrouwelijke backing vocals hebben we gemist.

Xavier Rudd

In opener ‘Flag’ ontpopte Rudd zich tot een moderne Bob Marley. Een blonde profeet op blote voeten, die de liefde predikt. Vanaf de eerste seconde droeg het jonge publiek zijn aimabele held op handen. Tot Rudd overschakelde op de oudere, rustige nummers, waarin zijn boodschap kwetsbaar, maar daarom niet minder krachtig klinkt. Sinds wanneer is het oké geworden om hardop tegen je buur te blijven praten, terwijl de artiest op het podium zijn ziel blootlegt in een akoestisch nummer?

Na de rustpunten, de actie. Wanneer Xavier Rudd zijn didgeridoo vastneemt, is er geen houden meer aan. Terwijl hij het traditionele instrument bespeelt, loopt hij heen en weer over het podium en hitst hij de zaal op met zijn vrije hand – want hij houdt zijn didgeridoo met de andere hand recht voor zich uit. In ‘The mother’ werd een streepje ‘Come together’ van The Beatles verwerkt: slim, want herkenbaar én passend bij zijn eigen ‘allemaal samen’-boodschap. “We are one, we are sacred”, zong het publiek mee in het catchy ‘Come people’. En een Marley-cover kon niet ontbreken: ‘No woman no cry’ kreeg de hele zaal aan het wiegen. Hadden ze dát nu maar eens tijdens die rustige nummers gedaan.

Gezien op dinsdag 19 april in Ancienne Belgique, Brussel.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like