Als de duiven huilen, houdt Floor het niet droog.

Ik had niks met Prince. Behalve dat ik in hem de late (vroege?) uurtjes weleens draaide in café Foli-A.

‘Purple rain’ voor de zatte liefhebbers van een slow, die al schuifelend hun date van de avond definitief hoopten binnen te doen. ‘When the doves cry’ voor de zatte dansers, die zin hadden in een laatste groove (of in een potje meebrullen, want dat kan óók op dat nummer).

Maar verder? Zijn vrouwelijke protégés intrigreerden me wel. Sheila E. Vanity. Lianne La Havas. Janelle Monae.

Dankzij Soulwax leerde ik omstreeks 1999 dat Prince, naast dansvloerkrakers als ‘Kiss’ en ‘Cream’, ook verantwoordelijk was voor een pareltje als ‘Starfish and coffee’. Ik was toen zeventien.

En toen kwam dus dat nieuws, afgelopen woensdagavond.

Ik zat aan de keukentafel, over de gazet gebogen met een glas wijn binnen handbereik. Het Lief stond bij het aanrecht groenten te snijden, ook met een glas wijn binnen handbereik. (Dat zijn onze vaste plaatsen, ‘s avonds rond een uur of zeven. Mijn glas wijn is altijd eerder op dan dat van hem.)

Wat? Prince? Néé. Toch?

Toch wel, zei Luc Janssen op Radio 1. Hij belde Sasha en die zei: het is alsof de popmuziek doodgegaan is.

Janssen draaide ‘Sometimes it snows in April’. Ik was dat nummer allang vergeten. Het Lief legde zijn keukenmes neer, draaide zich om en zei: welja, soms sneeuwt het in de lente.

Ik hield het niet meer. Daar kwamen de tranen. En ze bleven stromen. Tot Het Lief zei: hé, we gaan toch nog even funken, ter ere van de Purperen Prins? Hier zie, ‘Controversy’!

Oké Lief, maar daarna doen we van ‘When the doves cry’. For ol’ times sake.

 

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like