Kader

“Wat een vermoeiende man”, dacht ik gisteren, toen ik de uitzending “25 jaar Zomergasten” bekeek en daarin een fragment getoond werd uit het gesprek van Adriaan van Dis met Kader Abdollah.

Het vermoeiende zat hem vooral in Abdollahs spreektrant: erg beladen, elke lettergreep benadrukkend, alsof hij bang was dat men hem anders niet zou verstaan. Terugblikkend op het gesprek weet van Dis dat aan Abdollahs doofstomme vader, en gaf hij toe dat het ook op hem destijds een intimiderend effect had.

De ene schrijver die de andere moet interviewen; het is bij voorbaar een riskante onderneming. In dit geval deden de zeer verschillende culturele achtergronden van de gesprekspartners daar nog een schepje bovenop. “Kader Abdollah had zich voorgenomen om zijn tijd in Zomergasten te benutten als spreekbuis van de immigranten in Nederland”, duidde de commentaarstem. Waarna één van de door Abdollah gekozen televisiefragmenten getoond werd: Nederlandse toeristen in Benidorm moesten op een blinde kaart hun vakantieplek aan te duiden – iets wat hen in de verste verte niet lukte. Abdollah greep het fragment vervolgens aan om een betoog op te zetten, dat begon met een grijns en de woorden: “Het heeft te maken met de ziel van Holland.” Met de nadruk op elke lettergreep, maar vooral op dat lang uitgesponnen “ziél”.

Wat volgde, werd gisteren helaas niet vertoond, en ik heb de betreffende aflevering destijds ook niet gezien. Maar uit die grijns en die woorden van Abdollah sprak naar mijn gevoel ontegensprekelijk een zeker misprijzen. En ik dacht opnieuw: “Wat een vermoeiende man.”

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like