Zo groot was mijn nood aan zijdezachte handen nu ook weer niet.

“Hallo mevrouw! Mag ik u wat vragen?” Mocht ze midden op de Meir gestaan hebben met een clipboard onder haar arm en een veel te grote, winddichte jas aan met het logo van een ngo erop, dan zou ik deze jongedame met een beleefd hoofdschudden te kennen gegeven hebben dat haar vraag niet aan mij besteed was.

Maar het meisje bemande een publiciteitsstandje met beautyproducten in de Stadsfeestzaal en had me al een proefstaaltje bodycrème in de handen gedrukt. Ik was mezelf nog volop aan het afvragen of haar beautyboeltje mij wel interesseerde, toen ze een tweede vraag op me afvuurde. Gek genoeg schakelde ze nu over op het Engels. “Wat doet u wanneer u last hebt van droge handen? You know, dry skin in the winter time?”

Euh … Ik smeer daar wat crème op. Nivea ofzo. (Dit was niet waar. Ik heb al jarenlang extreem veel last van droge handen in de winter, en zweer bij handcrème van Neutrogena. Maar ik wilde geen easy catch lijken dus zweeg ik over mijn problematiek.)

Ze begon te rommelen onder haar toonbank, en haalde twee grote potten boven. Toen nam ze mijn handen vast, en schrok. Mensen schrikken altijd wanneer ze mijn handen vastnemen. Die zijn namelijk steevast ijskoud. “Oh my! Uw handen zijn freezing.” Ik knikte. Ja, meid. Dat is het kruis dat ik moet dragen. “Here, wrijf ze even in met deze scrub.” Ik deed zoals me opgedragen werd. Er volgde een uitleg over zout van de Dode Zee, vernieuwing van huidcellen en hydratatie. Tegelijkertijd slaagde ze erin mij te vragen naar mijn naam, mijn woonplaats en mijn job. “You write? Waw! Boeken?”

Nou ja, vanalles eigenlijk. (Ik vind het leuk dat ik tegenwoordig weer kan zeggen dat ik schrijf, wanneer mensen me naar mijn beroep vragen. En hen vervolgens een beetje in de waan te laten. Want ze denken altijd dat iemand die schrijft, per definitie boeken schrijft.)

Intussen had ze mijn zorgvuldig gescrubde handen afgespoeld met water en ingewreven met ultrahydraterende sheaboter, waarvan ze letterlijk maar een vingertopje nodig had. Mijn handen voelden zijdezacht aan. Ik begon zowaar enthousiast te worden over haar producten, maar besloot dat niet te laten merken. Waar zij dan wel vandaan kwam, vroeg ik haar. “Well, what do you think?”, glimlachte ze en ze draaide zich in profiel. Ik had natuurlijk allang gemerkt dat haar huidskleur getint was en gehoord dat haar huig-r typisch Israëlisch klonk, maar toch omschreef ik het iets vager: goh, uit het Midden-Oosten ergens? Libanon?

Raar is dat. De beladenheid van Israel weerhield mij ervan om haar meteen het etiket ‘Israëlisch’ op te plakken.

“Close. Ik kom uit Israel. Al heeft mijn moeder ook wel wat Turks bloed in zich.”

Ze kwam op de proppen met een special promotion for today. “Normaal kosten de 2 potten 100 euro, maar vandaag krijgt u ze allebei voor de helft van de prijs.”

Ik bedankte haar voor de demonstratie, zei dat ik erover ging nadenken, deed dat ook echt, maar had, tegen de tijd dat ik de Stadsfeestzaal verlaten had, besloten om het toch maar bij mijn Neutrogena-crème van 8 euro te houden.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like