De kuisvrouwkwestie

“Sorry voor de rommel, hoor. De kuisvrouw komt morgen pas langs. Wat drinken jullie? Wit wijntje?”
– “Doe maar een wijntje, ja. Maar niet voor Het Lief, want die moet nog rijden. Maar allez zeg, gij hebt dus een kuisvrouw?”

Ik doe alsof ik er verbaasd over ben, maar eigenlijk verwondert het me niet dat vriendin R. zo’n luxebeestje is. Zie haar daar ook staan, op haar hoge hakken (would be-Louboutins). Geen type dat gezwind de dweil en stofvod ter hand neemt. Ikzelf doe dat ook nooit echt van harte. Dus zie ik mijn kans schoon om, in het bijzijn van Het Lief, de kuisvrouwkwestie eventjes op tafel te leggen. R. blijkt er een theorie over te hebben. En nog wel een die helemaal in mijn voordeel pleit.

“Maar natúúrlijk heb ik een kuisvrouw. Mijn Tatjana, dat is een godsgeschenk. Die laat dit appartement elke week brandschoon achter. Heerlijk thuiskomen is dat! Kuisen? Puur tijdverlies in mijn ogen.”
– “Awel R., ik denk daar precies hetzelfde over.”

Mijn blik dwaalt af naar die van Het Lief. Ik zie hem inwendig zuchten: o jee, daar gaan we weer.

“Maar ja, zeg! Kijk, jullie hebben allebei een drukke job. Veel werken, onregelmatige uren. Da’s toch waar, hè?”
– “O ja. Zeker.”
“Awel dan. Jullie zien mekaar al zo weinig. Dan ga je die kostbare tijd die jullie samen hebben, toch niet verspillen aan zoiets banaals als kuisen? Neen! Gebruik die tijd om samen op stap te gaan, om wijn te drinken zoals hier nu, of om seks te hebben. Want dat is toch allemaal oneindig veel belangrijker dan stofvlokken onder het bed, of niet soms?”

Ik durf niet meer opzij kijken. Ik hoor Het Lief lachen en overschakelen op een ander onderwerp.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like