Technisch gesproken was het een fuchsia broek.

“Zeg Floor, die opmerking die ik vorige week maakte, over uw roze broek … ”
– “Welja, collega M. Zeg me eens wat ik daar precies van moest denken.”

Een ongemakkelijk lachje. Hij roerde even met een lepeltje in zijn kop koffie. Keek weer op.
“Dat was om te lachen, hè.”

Ik had hier geen zin in. Besloot me er makkelijk vanaf te maken. Tijd voor de opgetrokken wenkbrauw, die een mengeling van vertwijfeling en vergevingsgezindheid suggereert – mijn redmiddel in awkward sociale situaties zoals deze.
– “Nou, collega M. Het was al de tweede keer dat ge die broek becommentarieerde. Vond ik wat raar. Ongepast, ook wel.”

Hij wist even niet waar kijken. Begon opnieuw verwoed te roeren.
“Tsja, euh. Zoals ik al zei: ik bedoelde er niks mee. ‘t Was een grapje.”

Ik besloot hem te verlossen uit zijn lijden.
– “Welaan dan. Zand erover. Voortaan zegt gij niks meer over mijn roze broeken. Juist gelijk ik nooit nog iets zal zeggen over uw roze truien. Ook niet achter uwe rug. Deal?”

Kleding op kantoor.
Ze moesten dat verbieden.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like