“Weet gij dat misschien, Floor? Wat het verschil is tussen rawfoods en superfoods? Ik lees nogal wat tegenstrijdigheden op ‘t internet.”
– “Goh, collega R. Dat zal ik u eens vertellen. Niet alle superfoods zijn ook rawfoods. Want superfood betekent zoveel als: het bevat oneindig veel vitaminen, mineralen, antioxidanten en wat voor gezonds nog meer. Gestoomde broccoli is dus een superfood, want het is uitermate goed voor je gezondheid. Maar het is geen rawfood, want je eet het niet rauw.”
Collega P. mengde zich in het gesprek.
“Jamaar Floor, superfoods zijn toch vooral klein in omvang? Pitten en zaden en zo? Volgens mij worden ze daarom superfoods genoemd: omdat ze zo klein zijn, maar in verhouding wel gigantisch veel gezonde stoffen bevatten. Toch?”
Intussen was collega R. het spoor helemaal bijster geraakt.
“Ja jongens, ik volg niet meer, hoor. Rawfoods, superfoods, is er überhaupt een verschil tussen de twee en zo ja, wie heeft dat dan ooit verzonnen?”
Op dat moment gaf collega P. het al op. “Marketing, collega R., ‘t is allemaal marketing”, zuchtte hij.
“Linda de Mol zei ooit hardop dat we allemaal mochten oprotten met ons chiazaad“, trad ik hem nog bij, “maar daar hebt ge niet zoveel aan zeker?”
Collega R. had zich allang weer tot het almachtige internet gewend.
