Floor zwiert de oplossing voor het mobiliteitsprobleem op tafel.

“Ik zal het eens zeggen, zie. Hoe ze dat mobiliteitsprobleem in Antwerpen – en voor mijn part heel België – moeten oplossen. Dat is namelijk heel simpel.”

Het was negen uur ‘s avonds. Het Lief en ik hadden net gegeten en we zaten aan de keukentafel nog wat na te praten. Ik was aan mijn derde glas rode wijn bezig, hij aan zijn tweede.

Na drie glazen rode wijn durf ik al eens boude uitspraken doen over De Toekomst van Deze Wereld, dus ging ik lekker door met mijn tirade – hierin aangemoedigd door Het Lief, dat fijntjes reageerde met een:

“Awel ja, Floor, legt gij me dat eens uit, hoe ze het mobiliteitsprobleem van onze Belgische steden moeten oplossen. Als het dan toch zo simpel is.”

– “Welaan dan. Twee dingen: schaf de bedrijfswagens af en maak het openbaar vervoer goedkoper én beter georganiseerd. Klaar.”

Na wat heen-en-weer-geargumenteer over de noodzaak van een auto voor sommige beroepsgroepen (Het Lief zou zijn job niet of toch maar héél moeizaam kunnen uitoefenen zonder een auto, wegens onregelmatige uren en vaak op locatie) en mensen die nu eenmaal makkelijk te paaien zijn met een chique wagen (“to hell met dat brutoloon, doe mij maar een dikke bmw onder mijn gat”), moest zelfs Het Lief – nochtans altijd goed voor een tegenargument of drie, vier waarmee hij mij moeiteloos onder tafel klapt – toegeven dat de sleutel tot de oplossing van het mobiliteitsprobleem bij De Overheid lag.

Of wat daarvoor moet doorgaan, heden ten dage.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like