Floor herkent een dichter. En hoopt van u hetzelfde.

Bus 32. Edegem – Rooseveltplaats. Vrouw met kind stapt op.

Vrouw spreekt iets wat het midden houdt tussen Italiaans en Russisch (Roemeens?) tegen het kind. Kind kan niet stilzitten. Vrouw kan niet stoppen met op het kind inpraten.

Zwijgt nu toch eens twee minuten, vrouwmens! Straks gaat dat kind nog denken dat ze kan rekenen op de volle aandacht van iedere volwassene.

Kind kruipt van de ene stoel op de andere. Oude man stapt op. Draagt een pet, geruite sjaal en aktetas. Gaat naast het kind zitten.

Ik herken de oude man.

Het is Leonard Nolens. De dichter. Die ooit een zwijgend interview gaf aan Ruth Joos. (Ik dacht toen: wat een poseur, zo zwijgen als het graf, op de nationale radio.)

Ik ga nog wat ostentatiever zitten lezen, in het boek van Sandra Langereis. (Omdat een mens nu eenmaal vermoedt dat een dichter altijd geïnteresseerd is in wat zijn collega-buspassagiers lezen.)

Om dan te bedenken dat mijn leesvoer de dichter Leonard Nolens wellicht geen ene moer interesseert.

Ik vraag me af. Zou er hier, op deze bus, nog iemand zijn die de dichter herkend heeft? Ik kijk wat in het rond. En ken het antwoord op de vraag.

Die Roemeense vrouw al zeker niet.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like