Een nief stamkroeg. Achter den hoek.

Het was zondagavond, half zeven. Dachten we, want het was nog licht buiten (‘klaar’ zegt Het Lief altijd), en dan verkeert ge nog al eens in de veronderstelling dat het nog niet half zo laat is als het in werkelijkheid is.

We hadden vrienden op bezoek. Ze hadden de housewarming gemist, dus toonden we hun het huis, aten taart en dronken koffie.

Daarna was het hoog tijd voor een aperitief. We namen hen mee naar het café om de hoek (“Dat zegt gij sinds ge in ‘t stad woont de hele tijd; dat alles achter uwen hoek is”, zei De Mama onlangs).

In het café bleek een concertje aan de gang. Van een Turkse zangeres en vier beroepsmuzikanten die ook bij Sioen, Raymond, en andere grootheden spe(e)l(d)en. (Dat stond zo op de affiche.)

“Dat hebt ge als ge in ‘t stad woont, hè”, opperde N. en hij keek daarbij wat ietwat vlakjes voor zich uit. “Er is altijd wel ergens iets te doen.”

Zijn vlakke blik had niets te maken met spijt (van niet langer in een stad te wonen), maar alles met nostalgie (naar zijn woelige studentenjaren in – waar anders? – Leuven). Of dat vermoedde ik toch.

Achter de zangeres: een grote foto van een wielrenner. Zo één uit de jaren stillekes, met een klakske op z’n kop waarvan het klepke naar achteren geplooid is.

Achter de muzikanten: behangpapier. Zo’n motief dat ge kent van in de bomma haar living. Krullerig en druk.

“Kijk, dat behangpapier”, stootte ik Het Lief aan. “Komt dat u niet bekend voor?”

Het Lief schudde van neen, en nam nog een slok van zijn Valeir Extra.

“Allez, in de Foli-A hebben ze toch gelijkaardig behangpapier gebruikt? Bij die restyling van een paar jaar geleden?”

Ontkenning noch instemming van Het Lief.

Ik keek nog eens goed rond, spotte interessante reclamepanelen aan de muur (Spa Ananas!), en besloot toen:

“Volgens mij hebben wij ons nief stamkroeg ontdekt vandaag.”

Het Lief knikte dit keer wél instemmend.

Leave a Comment

Your email address will not be published.

You may like